De Vestaalse maagden, (virgo Vestalis), werden uitgekozen als ze tussen de 6 en 10 jaar waren.  Het waren altijd meisjes/vrouwen. Ze kwamen uit de meest adelijke families van Rome. Ze moesten altijd de oudste opvolgen die het huis had verlaten. Ze werden uitgekozen door Pontifex Maximus, de opperpriester en het spiritueel hoofd van de Vestaalse maagden. Ze moesten wel 30 jaar hun maagdelijkheid houden. Ze waren als het ware 'getrouwd' met Pontifex Maximus. De maagden hadden eerst een leerproces van wel 10 jaar en moesten daarna 20 jaar hun taak vervullen.